Allah Ta’ala is EEN. Allah Ta’ala is de enige echte God. Allah Ta’ala is uniek. Allah Ta’ala kent geen enkel tekortkoming en is vrij van gebreken. Hij is ondeelbaar; Hij is oneindig; Hij is de Almachtige, de Alrechtvaardige. Allah Ta’ala heeft de werelden lief. Allah Ta’ala is overal. Niets of niemand is gelijk aan Allah Ta’ala. Allah Ta’ala heeft altijd bestaan en zal ook altijd blijven bestaan!
De hemelen, de aarde en alles wat zich tussen de hemelen en de aarde bevindt, zoals mensen, dieren etc. zijn door Allah Ta’ala geschapen.
Allah Ta’ala is door niemand geschapen. Allah Ta’ala is geen vader van wie dan ook. Hij heeft geen ouders, geen vrouw of kinderen en geen familie.
Allah Ta’ala alleen beschikt over het leven en de dood, over Djannat (het Paradijs) en Djahannam (de Hel). Djannat is het verblijf van vrede en gelukzaligheid, waar iedere wens in vervullling gaat, waar geen verdriet is. Djahannam is het verblijf van pijn, kwelling en foltering.
Allah Ta’ala is van niemand afhankelijk! Alles en iedereen is wel afhankelijk van Allah Ta’ala. Zelfs een graankorrel kan niet zonder de wil van Allah Ta’ala groeien. Allah Ta’ala heeft kennis van alle dingen, verborgen of niet. Allah Ta’ala is de enige die berouw van zonden accepteert en zonden vergeeft. Allah Ta’ala is Gerechtigheid, Allah benadeelt niemand. Wij zijn dienaars van Allah Ta’ala.
Zijn zegeningen zijn oneindig. Allah Ta’ala is de enige die het aanbidden waard is. Behalve Allah Ta’ala is niets of niemand het waard om aanbeden te worden, niet op de aarde en ook niet in de hemelen.
Allah Ta’ala ziet alles en iedereen. Allah Ta’ala weet alles. De aanwezigheid van Allah Ta’ala is noodzakelijk, Zijn verdwijning of afwezigheid is onmogelijk. Allah Ta’ala’s kennis is oneindig. Hij is volledig op de hoogte van wat er zich in onze harten afspeelt, wat wij van plan zijn te doen, etc..
Allah Ta’ala heeft ons allemaal geschapen en ons ook voorzien van voedsel, water en alles wat wij nodig hebben om te leven. Allah Subhanu Wa Ta’ala is Alwetend en Alziend!
Allah Ta’ala heeft de mens het vermogen gegeven om te handelen (goed of kwaad).
Allah Ta’ala heeft de mens ook gezond verstand en een leidraad gegeven , om een keus te maken tussen goed en kwaad. Daarom is de mens zelf verantwoordelijk voor zijn daden.
Bijvoorbeeld, Allah Ta’ala heeft de mens het vemogen gegeven om te spreken. Het hangt nu van de mens af of hij zijn spraakvermogen gebruikt om de waarheid te spreken of misbruik maakt van zijn spraakvermogen om leugens te verkondigen.
Allah Ta’ala helpt ons door Profeten te zenden, die ons naar het Rechte Pad leiden en ons zeden leren aan de hand van Allah Ta’ala’s Geboden en Wetten.
Iedere handeling die in strijd is met de Geboden en Wetten van Allah Ta’ala, is een zonde.
Alleen Allah Ta’ala en niemand anders dan Allah Ta’ala kan zonden vergeven.
Zie ook: Wie is Mohammed (Vrede zij met Hem)?